Hani (22) studeerde in Syrië Economie aan de universiteit en wilde daarna doorleren om tandarts te worden, net als zijn overleden vader. Maar het regime dwong hem het leger in te gaan en mee te vechten in een uitzichtloze burgeroorlog. Hani wil echter geen mensen doden en zag maar een uitweg: vluchten naar Europa.

Hani (foto Cees Wouda)
Hani (foto Cees Wouda)

Bijna twee jaar geleden stapte Hani met negen vrienden in een bootje om via de Middellandse Zee naar Italië te varen. Acht dagen zaten ze op het water. Een onveilige reis door alle hoge golven. Het eten raakte op en Hani moest vissen vangen om zich te kunnen voeden, vertelt hij. ‘Ik was ongerust en had nooit gedacht dat we Italië zouden halen.’ Maar dat lukte wel. De reis ging verder per vliegtuig en trein. Na tussenstops in Milaan en Parijs bereikte hij uiteindelijk Amsterdam. Hij had gehoord dat Nederlanders vriendelijk zijn en dat je hier goed kunt studeren. Vandaar die keuze.

Veilig in Harderwijk

‘In Amsterdam ging ik met mijn vrienden naar het politiebureau. Daar kregen we treintickets om in Ter Apel te komen, waar we heel veel vragen moesten beantwoorden. Maar we kregen eten, we konden slapen in een gymzaal en het belangrijkste: ik was veilig.’ Na een paar dagen kon Hani terecht bij het AZC in Harderwijk. Daar woont hij sindsdien. ‘Ik vind het een fijne plek; je hebt hier alles, zelfs een ziekenhuis. Maar het is ook rustig. Veel beter dan een grote stad als Amsterdam.’

Familie ver weg

Uiteraard mist hij zijn familie. ‘Mijn zus woont nog in Syrië en ik heb een broer in Duitsland. Mijn opa, mijn moeder en mijn zussen zijn in Egypte. Vier jaar geleden overleed mijn oma en ook mijn vader is helaas al gestorven.’ Hij hoopt vurig dat de familie ooit weer bij elkaar komt. Het grootste probleem is zijn zus in Syrië. ‘Je komt dat land bijna niet uit.’

Belangrijk om snel in te burgeren

Hani vindt Nederlanders vriendelijk. ‘Als ik iets niet snap, dan leggen ze het even uit. Mijn Engels is niet geweldig en ik moet nog flink studeren op het Nederlands, maar mensen zijn heel behulpzaam.’ Hij vindt het belangrijk om zo snel mogelijk in te burgeren. ‘De taal leren, maar ook de cultuur. Ik luister veel muziek. Hiphop, metal. Maar ook de liedjes van André Hazes vind ik goed. Dat lied Kleine Jongen, bijvoorbeeld. Dat is heel mooi.’

Tandarts worden net als zijn vader

Elke maandag en dinsdag gaat hij naar school, op andere dagen studeert hij in de bibliotheek. Hani heeft een tijdje als schoonmaker gewerkt, maar daar is nu minder ruimte voor, vanwege de studie. ‘Ik wil tandarts worden en mensen helpen. Net als mijn vader. Hij gaf mij al een beetje les in dingen en liet dan zien wat je als tandarts allemaal doet. Op een keer zei hij: Dit vak kan ook iets voor jou zijn. Het hoeft niet, maar het kan, als je het wilt. Ik lijk veel op hem en ik wil héél graag dat werk gaan doen, ook in herinnering aan hem.’

Veel vluchtelingen – zoals ik – willen graag iets terugdoen

Dat er in Nederland discussie is over het aantal asielzoekers dat aanklopt voor hulp, is Hani niet onbekend. Wat zou hij zeggen tegen mensen die nog twijfelen over een nieuw AZC, zoals in Nijkerk bijvoorbeeld? ‘Geloof mij: de meeste asielzoekers komen hier omdat ze in nood zaten. Die hebben gewoon hulp nodig. Veel vluchtelingen – zoals ik – willen graag iets terugdoen; hard werken om Nederland te bedanken voor wat we hebben gekregen.’ 

Geloof in het goede van de mens

Maar niet iedere vluchteling is hetzelfde, merkt Hani. ‘Je moet dus wel goed kijken of mensen écht bereid zijn om zich verder te ontwikkelen en aan te passen. Ik geloof vooral in het goede van mensen. Als je zelf vriendelijk bent, kom je veel verder. Ik wil mijn best doen om een goed mens te zijn.’