Het Hoevelakense accent

Column 13 november 2024, Dyana Bezembinder-Feiken, raadslid De Lokale Partij

Laatst was ik bij de dokter, en tot mijn verbazing hoorde ik haar zeggen dat ik ‘overduidelijk een echte Hoevelakense’ ben. Ik dacht altijd dat ik keurig Nederlands sprak, zonder accent. Maar toen moest ik lachen, want eigenlijk heeft zij gewoon gelijk. Na vergaderingen ‘praot’ ik graag even plat met een collega van de VVD. Andere raadsleden staan er dan soms wat lacherig bij en vragen: ‘Waar hebben jullie het nu weer over?’

Onze gemeente verandert snel. Steeds meer mensen van buiten onze gemeente komen hier wonen. Dat is mooi, want het brengt nieuwe energie en ideeën mee. Maar het betekent ook dat we soms moeten wennen aan elkaar. De dingen die voor ons altijd heel normaal waren – zoals even lekker plat praten – zijn voor nieuwkomers soms onbekend of vreemd.
Het valt me op dat we daardoor ook wat minder naar elkaar omkijken. Waar ik vroeger altijd even een praatje maakte op straat, lijkt het nu alsof we allemaal wat meer op onszelf leven. Iedereen heeft zijn eigen gewoontes en trekt zich terug in zijn of haar eigen wereldje. Dat is eigenlijk wel jammer, want die kleine contacten zijn juist iets wat onze gemeente zo fijn maakt.
Misschien is het tijd om wat meer open te staan voor elkaar en onze gewoontes te delen. Een praatje, een glimlach of zelfs een ‘tot kiek! of goeiemarruge‘ kan al genoeg zijn om ons weer wat dichter bij elkaar te brengen. Want hoe anders we ook kunnen zijn, die verbondenheid met elkaar is iets wat onze gemeente altijd speciaal heeft gemaakt. En dat, als je het mij vraagt, mogen we nooit verliezen.