Locatiemanager Krista ter Haar van AZC Harderwijk

“Het zijn sterke mensen in een kwetsbare positie”

Echt iets kunnen betekenen voor mensen in nood. Dat was voor Krista ter Haar (58) indertijd de belangrijkste reden om te solliciteren bij het nieuwe AZC in Harderwijk. Ze begon in 2016 als programmabegeleider en is inmiddels locatiemanager. In een uitgebreid interview vertelt ze over haar ervaringen, met tevens een advies voor de plannenmakers in Nijkerk.

Krista ter Haar (foto Cees Wouda)
Krista ter Haar (foto Cees Wouda)

In 2016 gingen afschuwelijke foto’s de wereld rond van kleine kinderen die waren overleden tijdens de overtocht naar Europa. Beelden die grote indruk maakten op Krista. ‘Ik moest iets doen, dat voelde ik direct.’ In die periode maakte de gemeente Harderwijk bekend dat er een AZC zou komen, op drie straten van haar huis. ‘Ik zat op dat moment tussen twee banen in en heb direct gesolliciteerd. Bij het COA reageerden ze wel wat verbaasd, want het centrum moest nog worden gebouwd. Maar het geeft wel aan hoe graag ik wilde helpen.’

Krista is moeder van een groot gezin, heeft een achtergrond in het sociaal cultureel werk en de kinderopvang en deed in deeltijd ook nog een studie HBO Recht. ‘Ik zocht werk waar ik volledig mijn hart in kwijt kon. Toch had ik nauwelijks een reëel beeld van een AZC. Ik moest dat nog helemaal ontdekken.’ Als programmabegeleider was ze onder meer betrokken bij de huisvesting van statushouders. ‘Ik merkte al snel dat vluchtelingen net zo verschillend zijn als jij en ik. Er is geen enkele reden om asielzoekers over een kam te scheren.’

Kleine woonwijk

Krista vergelijkt het AZC in Harderwijk met een kleine woonwijk. Ook daar gebeuren mooie en soms vervelende dingen. Ook daar kost het samenleven vaak moeite. Dat is in het AZC niet veel anders. ‘Er leven hier 800 mensen, waaronder 50 alleenstaande minderjarige asielzoekers. De verschillen zijn zeer groot. Mensen komen uit verschillende landen en culturen. Spreken elkaars taal niet. Er zijn mensen die meteen zelf in actie komen, dingen willen regelen, de taal leren spreken en heel betrokken zijn. Maar ook bewoners die door alle stress van oorlog en geweld nog helemaal geen ruimte ervaren om stappen te zetten. Geen verhaal of situatie is gelijk. Dus daar proberen we goed in te begeleiden.’

Het COA beslist niet over procedures, vertelt Krista. ‘Wij voeren slechts uit. Dus wij bieden opvang en we helpen bij het opvolgen van de procedure.’ Sommige bewoners hebben al een verblijfsvergunning en leren in het AZC hoe ze een leven kunnen opbouwen in Nederland. ‘Maar er zijn ook bewoners die terug moeten. Die helpen wij bij alle praktische zaken door helder te zijn over wat er staat te gebeuren. Wat is er nodig? Wat kunnen wij doen? Hoe kan jij je voorbereiden?’

Ander land, vreemde taal De fase van de procedure heeft veel invloed op hoe bewoners zich voelen, merkt Krista. Van grote blijdschap tot diepe frustratie; het contrast is soms groot. ‘Als asielzoeker zit je in een kwetsbare positie. Een ander land, een andere cultuur, een vreemde taal. Maar het zijn geen zwakke mensen, want ze zijn hier helemaal naartoe gereisd, hebben het allemaal overleefd en hebben de wilskracht en de veerkracht om opnieuw te beginnen. Het zijn juist sterke mensen in een kwetsbare positie; dat ben ik steeds beter gaan begrijpen.’

Dat het AZC in Harderwijk op termijn gaat sluiten, terwijl de gemeente Nijkerk juist overweegt om een opvang te openen, staat echt los van elkaar, vertelt Krista. Het betekent dus niet dat de gebouwen en het personeel ‘dan maar straks naar Nijkerk verhuizen’. Ze moet er zelfs een beetje om lachen. ‘Nee, was het maar zo simpel, want als COA moeten we veel moeite doen om goede locaties te vinden. Ik vind het ook oprecht jammer dat de Spreidingswet ter discussie staat, want naar mijn idee is de opvang een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle gemeenten.’

Tot rust komen

De ervaring in Harderwijk leert dat het prettig is om een AZC in een groene, ruime omgeving te vestigen. Maar ook dichtbij voorzieningen. Zodat mensen meer tot rust komen, maar ook kunnen werken aan de aansluiting met de plaatselijke bevolking, vertelt Krista. Het COA investeert daarnaast in het contact met politie, gemeente en omwonenden. ‘We willen korte lijntjes, zodat we snel in actie kunnen komen als er iets speelt. Dat is ook belangrijk voor het draagvlak in de buurt.’ Dat is ook haar advies aan de plannenmakers in andere gemeenten: ‘Zeg niet dat omwonenden er níets van gaan merken. Natúúrlijk gaan ze er iets van merken. Soms overlast, maar net zo vaak positieve dingen. Gewoon zoals je dat in alle buurten hebt.’ In Harderwijk hing de gemeente - in overleg met omwonenden – een paar camera’s buiten het AZC. Die vergrootten het gevoel van veiligheid, vertelt Krista. ‘ Vanuit de politie is er wel eens gekeken naar de criminaliteitscijfers en incidentmeldingen in de afgelopen jaren. Begrijp me goed: elk incident is er een te veel. Maar als je gewoon gaat vergelijken, dan is het gebied van het AZC niet gevaarlijker dan andere plekken in Harderwijk waar veel mensen samenleven.’

Waardevolle contacten

Onbekend maakt onbemind. Daarom is het enorm belangrijk om ontmoeting op gang te brengen tussen AZC-bewoners en de plaatselijke bevolking, merkt Krista. Culturele evenementen, gezamenlijke maaltijden, fietstochten, kerken die internationale diensten organiseren; in Harderwijk zijn op die manier waardevolle contacten ontstaan. ‘Vaak ook met hulp van vrijwilligers’, vertelt Krista. 

Heeft ze daar nog een voorbeeld van? ‘We hebben op het AZC een werkplaats waar bewoners een stukje fietstechniek leren. Een van hen was daar zo enthousiast over, dat hij inmiddels een gewaardeerde werknemer is bij de plaatselijke fietsenmaker. Dat begint dus bij elkaar beter leren kennen. Als je daarin investeert, kunnen de mooiste dingen ontstaan. Dan zijn het geen vreemdelingen, maar gewoon mensen die ervan dromen hier een goed leven op te bouwen.’