In 2023 is er een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd naar de rol van de gemeente Nijkerk bij ontrechting van Joods onroerend goed en van ontrechting van Joodse inwoners van Nijkerk in de periode tijdens en net na de Tweede Wereldoorlog. 

Ontrechting betekent dat bepaalde groepen mensen systematisch hun rechten worden afgenomen.

Synagoge Nijkerk door Frans van der Kragt
Een tekening van de vroegere synagoge in Nijkerk.

Aanleiding

Bijna driekwart van de Joodse landgenoten werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s vermoord. In Nijkerk werden van de 61 Joodse stadsgenoten die bij aanvang van de oorlog in Nijkerk woonden, 48 mensen vermoord. Het ging om ongeveer twintig adressen. Vier stadsgenoten overleefden de oorlog in de nazikampen, negen overleefden op een onderduikadres. 
Vele jaren na het einde van de Tweede Wereldoorlog was de ontrechting van huis en bezit voor de landelijke overheid reden tot rechtsherstel. Joodse overlevenden en nabestaanden moesten vaak veel inspanningen plegen om hun bezittingen terug te krijgen. Ook kwam het voor dat naheffingen van belastingen werden geheven over periodes dat de Joodse eigenaren de panden niet hadden kunnen bewonen vanwege deportatie.

De aandacht voor de gemeentelijke rol inzake ontrechting en rechtsherstel ontstond in 2013, nadat uit een vondst in het Amsterdamse archief bleek dat na de oorlog ten onrechte erfpachtboetes werden opgelegd aan overlevenden en nabestaanden van Joodse inwoners. Daarop deed het Centraal Joods Overleg in 2019 aan alle gemeenten een het verzoek dergelijk onderzoek uit te voeren.

In het voorjaar van 2020 publiceerde het journalistiek platform Pointer over de ontrechting en roof van onroerend goed van Joods bezit tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat was extra stimulans voor de gemeente Nijkerk om een dergelijk onderzoek te laten uitvoeren. 
 

Het onderzoek

Het onderzoek is uitgevoerd door Anton van Renssen. Anton is een onafhankelijk onderzoeker en heeft zich al eerder verdiept in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in Nijkerk. 

Het onderzoek richtte zich op de eventuele rol van het gemeentebestuur bij de ontrechting van Joodse inwoners tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het gaat onder meer over de vraag of de gemeente onroerend goed van Joodse eigenaren heeft gekocht. Ook is onderzocht hoe de gemeente na de Tweede Wereldoorlog is omgegaan met rechtsherstel en (achterstallige) heffingen zoals erfpacht, straatgeld en rioolgeld.

Onderzoeksvragen

  1. Op welke wijze is de gemeente Nijkerk gedurende de Tweede Wereldoorlog betrokken geweest bij de verkoop, ontrechting of verwerving van Joodse particuliere en/of bedrijfsmatige onroerende goederen?
  2. Op welke wijze is de gemeente gedurende de Tweede Wereldoorlog betrokken geweest bij de ontrechting van Joodse inwoners van Nijkerk? Hier valt te denken aan (als voorbeeld maar niet limitatief) de rol van gemeentelijke diensten als Gemeentewerken en de politie. Ook de rol van de gemeente als werkgever hoort hierbij.
  3. Indien de gemeente objecten uit gedwongen verkoop of ontrechting van Joodse inwoners heeft verkregen, hoe is dan de rol van de gemeente geweest bij de afhandeling na de Tweede Wereldoorlog? Hoe heeft de gemeente na de Tweede Wereldoorlog gehandeld bij het in rechte terugkrijgen van onroerend goed van Joodse Nijkerkers dat verkocht of verhuurd was aan derden? Hierbij betrekken we de rol van gemeentelijke diensten als de gemeentelijke woningdienst en de geestelijke gezondheidszorg en de opvang van teruggekeerde Nijkerkse Joden.
  4. Heeft de gemeente na de Tweede Wereldoorlog enige vorm van belasting (zoals straatbelasting en rioolbelasting) of andere kosten (bijvoorbeeld woningverbetering) opgelegd aan Joodse overlevenden of families van slachtoffers? Het gaat hierbij om heffingen of betalingen die berekend zijn over de tijd dat zij zelf geen gebruikmaakten (konden maken) van de desbetreffende percelen.

Begeleidingscommissie

Om het onderzoek te begeleiden en inhoudelijk te ondersteunen is er een begeleidingscommissie ingesteld. In deze commissie zaten met een Joodse achtergrond en mensen met veel kennis over de Nijkerkse geschiedenis. De commissie bestond uit: 

  • Mevrouw S. de Leeuw (oud-voorzitter Nederlands-Israëlitische Gemeente Amersfoort), 
  • De heer D. van de Castel (oud-notaris), 
  • De heer A. van Straalen (kennisdrager joodse historie Nijkerk), 
  • De heer D. van Hooren (archivaris gemeente Nijkerk), 
  • Mevrouw M. Diederiks (erfgoedadviseur  gemeente Nijkerk),
  • De heer S. Staartjes (beleidsadviseur cultuur gemeente Nijkerk),
  • Mevrouw S. van den Berg (voormalig conservator Museum Nijkerk).

    De commissie is zeven keer bij elkaar geweest. Tijdens deze bijeenkomsten heeft de commissie de onderzoeksvragen geformuleerd, de conclusies van het rapport besproken en een begeleidende brief aan het college geschreven. In deze brief reageert de commissie op de conclusies van het onderzoek en wordt  aangegeven wat er geclassificeerd kan worden als moreel laakbaar gedrag van de gemeente Nijkerk. 

Rapport

Bekijk het onderzoeksrapport, de brief van de begeleidingscommissie en andere relevante stukken op deze webpagina. Op 6 juni 2024 is het onderzoek gepresenteerd aan de gemeenteraad in de commissievergadering. De commissievergadering is terug te kijken via een livestream.

Vragen of relevante informatie

Heb je vragen over het onderzoek of wil je meer weten dan kun je deze stellen via een e-mail naar gemeente@nijkerk.eu. Of bellen naar 033 247 22 22 (vraag naar Stefan Staartjes of Marlous Diederiks).