Veelgestelde vragen Verkeer en Vervoer

Van bewoners krijgen wij regelmatig vragen en meldingen over verkeersveiligheid en parkeren. Bijvoorbeeld: er wordt te hard gereden in de straat, er wordt op de stoep geparkeerd, verzoeken voor het instellen van eenrichtingsverkeer of het instellen van een parkeerverbod. Hieronder staan een aantal onderwerpen waar regelmatig meldingen over binnen komen. Voordat u over één van deze onderwerpen een melding doet, vragen wij u dit eerst goed door te lezen omdat hier misschien ook al het antwoord op uw vraag staat.

Elke vraag en verzoek wordt individueel behandeld. Maar omdat veel vragen en meldingen vaak over het hetzelfde onderwerp gaan, zijn er algemene uitgangspunten waar wij ons antwoord op baseren. Veel meldingen kunnen worden opgelost wanneer buurtbewoners hierover met elkaar in gesprek gaan. Vaak wordt er een melding bij de gemeente gedaan terwijl het probleem ook onderling kan worden opgelost. Komt u er niet uit met elkaar, dan kunt u contact opnemen met buurtbemiddeling Nijkerk

Verkeersregels

Waaraan herken je een gehandicaptenvoertuig en welke verkeersregels gelden ervoor?

Een gehandicaptenvoertuig is een voertuig dat is ingericht voor het vervoeren van een gehandicapte. Maximale afmetingen van het voertuig: 1,10 m breed, 3,50 m lang, 2,0 m hoog.

Gehandicaptenvoertuigen mogen de stoep, het voetpad, het fietspad, het fiets/bromfietspad en de rijbaan gebruiken. Rijden op autoweg en autosnelweg is niet toegestaan. Parkeren op de stoep is toegestaan. Voor bestuurders van gehandicaptenvoertuigen gelden dezelfde voorrangsregels als voor andere bestuurders. Alleen als bestuurders van gehandicaptenvoertuigen gebruik maken van voetgangersvoorzieningen (zoals stoep of zebrapad) gelden voor hen de regels voor voetgangers.

De maximumsnelheid is 30 km/u binnen de bebouwde kom en 40 km/u buiten de bebouwde kom. Op de stoep is de maximumsnelheid 6 km/uur.

De minimumleeftijd voor de bestuurder is 16 jaar voor voertuigen die sneller kunnen rijden dan 10 km/u. Er is geen minimumleeftijd voor voertuigen die niet sneller kunnen rijden dan 10 km/u.

Brommobielen zijn niet hetzelfde als een gehandicaptenvoertuig.

Let op: De gesloten gehandicaptenvoertuigen moeten niet worden verward met brommobielen. Dat zijn bromfietsen op meer dan twee wielen met een gesloten carrosserie. Brommobielen zijn te herkennen aan de 45 km/u-sticker op de achterkant. Zij moeten de regels voor personenauto’s volgen, tenzij anders is bepaald, en mogen dus niet op de stoep of het (brom)fietspad rijden.

Hoe vraag ik een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken aan?

Een GPP is een gehandicaptenparkeerplaats waarop alleen uw auto mag staan. U kunt een GPP aanvragen voor uw huis of uw werkplek.

U kunt een aanvraag doen als u voldoet aan deze voorwaarden:

  • U heeft gehandicaptenparkeerkaart B (bestuurder) of B + P (combinatie).
  • Het lukt u meestal niet om uw auto dichtbij uw huis/werkplek te parkeren.

Heeft u een gehandicaptenparkeerkaart P (passagier)? Dan wordt een aanvraag voor een GPP meestal afgewezen. Denkt u dat er bij u sprake is van een uitzonderlijke situatie? Neem dan telefonisch contact op met ons via telefoonnummer 033-247 2222.

Welke verkeersregels gelden in (woon)erven?

  • Voetgangers mogen de weg over de volle breedte gebruiken;
  • De maximumsnelheid bedraagt voor alle bestuurders (dus ook voor fietsers, snor- en bromfietsers) 'stapvoets', wat neerkomt op maximaal 15 km/u;
  • Parkeren is alleen toegestaan in de aangegeven parkeervakken. Deze zijn aangegeven met een P-tegel.

Welke verkeersregels gelden er in een 30 km/uur zone?

De maximumsnelheid van een 30 km/uur zone wordt aan de randen van de zone met een zonebord aangegeven. De maximumsnelheid geldt binnen de gehele zone, tot het verkeersbord einde 30 km/uur zone. Dit betekent dat niet na elke kruising of in elke straat een verkeersbord staat die de maximumsnelheid aangeeft.

Binnen een 30 km/uur zone geldt, uiteraard, de maximumsnelheid van 30 km/uur. De kruispunten zijn meestal gelijkwaardig waarbij de bestuurders van rechts voorrang hebben. Fietsverkeer en autoverkeer maken meestal gebruik van dezelfde rijbaan. Er zijn wel uitzonderingssituaties waarbij op sommige kruispunten de voorrang wel geregeld is of er een apart fietspad is aangelegd.

In enkele wijken en buurten is de 30 km/uur zone gecombineerd met een parkeerverbod zone. In dit geval mag er niet buiten de parkeervakken worden geparkeerd.

Er wordt onvoldoende voorrang verleend, terwijl er wel een voorrangssituatie is.

Er is een duidelijk verschil tussen voorrang hebben en voorrang krijgen. Er zijn regels die maken dat in bepaalde situaties voorrang moet worden verleend aan anderen. Ofwel, iemand krijgt voorrang van een ander als die ander voorrang verleend. Als u volgens de regels voorrang zou moeten krijgen maar als uit de verkeerssituatie overduidelijk blijkt dat de ander u geen voorrang gaat verlenen, dan mag u geen voorrang nemen.

De rol van de gemeente in dit geheel is het voor iedereen zo duidelijk mogelijk maken welke regels waar van toepassing zijn. Echter het is de verantwoordelijkheid van weggebruikers om op de hoogte van de voorrangsregels te zijn. En ook om deze correct toe te passen.

Voorrang van (brom)fietsers

In tegenstelling tot enkele jaren geleden dient tegenwoordig aan alle bestuurders (dus bijvoorbeeld aan auto’s, fietsers, bromfietsers, ruiters, begeleiders van vee) die van rechts komen voorrang te worden verleend, tenzij er sprake is van een voorrangsregeling. Op sommige plaatsen is de regel nog steeds wat onwennig, bijvoorbeeld waar fietspaden uitkomen op straten. De belangrijkste regel om dan te onthouden is: niemand heeft voorrang. Alleen als iemand voorrang verleent, krijgt er iemand voorrang.

Parkeren

Er staat een auto voor mijn uitrit.

Parkeren voor een in- of uitrit is niet toegestaan. Wanneer iemand voor een inrit of een uitrit parkeert kunnen weggebruikers de inrit of uitrit niet in- of uitrijden en is er sprake van hinder.

Dit soort parkeergedrag valt onder ‘hinderlijk parkeren’. Hierop is handhaving mogelijk. Immers, van weggebruikers verwachten we dat hij/zij weet dat je op een stoep of voor een uitrit niet mag parkeren. Hiervoor zijn dus geen extra maatregelen, zoals gele strepen, extra borden, paaltjes of witte kruizen nodig.

Kunnen er bij mij in de straat gele strepen worden aangebracht?

Er wordt bijvoorbeeld op de stoep geparkeerd. Dit soort parkeergedrag valt onder ‘hinderlijk parkeren’. Hierop is handhaving mogelijk. Immers, van weggebruikers verwachten we dat hij/zij weet dat je op een stoep of voor een uitrit niet mag parkeren. Hiervoor zijn dus geen extra maatregelen, zoals gele strepen, extra borden of witte kruizen nodig.

Parkeren van aanhangwagens, caravans en bedrijfsauto’s

U mag een bedrijfsauto niet altijd in een wijk parkeren. Bedrijfsauto's zijn niet altijd herkenbaar en dus niet als zodanig in de wet opgenomen. Daarom zijn de afmetingen van voertuigen van belang. Afmetingen van voertuigen zijn veel beter te controleren en dus kunnen op basis hiervan regels gemaakt worden. Ze staan in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Zie Artikel 5:8 Grote voertuigen.

De APV vermeldt dat het parkeren van een voertuig langer dan 6 meter of hoger dan 2,40 meter binnen de bebouwde kom verboden is tussen 18.00 en 8.00 uur, behalve op een daarvoor aangewezen plaats.

Het plaatsen van aanhangers, caravans en andere voertuigen die niet voor het 'dagelijks' vervoer bestemd zijn, op de openbare weg is toegestaan als het niet langer voortduurt dan drie achtereenvolgende dagen op dezelfde plaats of met enige verandering van plaats. Dit om mensen gelegenheid te geven de caravan of aanhanger gereed te maken voor vakantie of iets dergelijks. Wanneer geconstateerd wordt dan een dergelijk voertuig langer dan drie dagen op de openbare weg staat, kan het zijn dat de gemeente het voertuig weg laat slepen (zie Artikel 5:6 APV).

Kunnen er meer parkeerplaatsen worden aangelegd? Er is een parkeerprobleem in de buurt .

Parkeren is niet alleen in grote delen van de gemeente Nijkerk een probleem, maar ook in veel andere gemeenten speelt deze problematiek. De oorzaak van de parkeerproblematiek is veelzijdig. De belangrijkste oorzaak is het nog steeds toenemend autobezit in Nederland. Er komen steeds meer auto’s bij. Vroeger had een gezin niet altijd een auto, laat staan twee of drie. Tegenwoordig zijn bij sommige gezinnen al meer dan drie auto’s te vinden. De wijken zijn daarop uiteraard niet ingericht.

De vraag of er meer parkeerplaatsen bij kunnen komen is ten eerste afhankelijk van de ernst van de problematiek en ten tweede van de mogelijkheden en wenselijkheid om meer parkeerplaatsen te realiseren. Of het mogelijk en wenselijk is parkeerplaatsen aan te leggen is vervolgens afhankelijk van de inrichting van de wijk. Extra parkeerplaatsen gaan bijna altijd ten koste van groen of van speelplekken en dat is vaak niet wenselijk voor de leefbaarheid van de wijk. Ook de inrichting van de wijk is van belang of het mogelijk en wenselijk is parkeerplaatsen aan te leggen. Dit nog afgezien van het financiële aspect. Dit verzoek krijgt een negatief antwoord.

De gemeente probeert zo veel mogelijk werk met werk te maken. Dat betekent dat zodra er onderhoudswerkzaamheden plaatsvinden aan de weg of het riool, de inrichting van de weg tegen het licht wordt gehouden. Als het wenselijk en mogelijk is worden er aanpassingen in het wegontwerp gedaan om eventueel meer parkeerruimte te kunnen creëren.

Wat zijn de regels op een terrein met een P-bord?

Een terrein waar het vierkante blauwe P-bord staat mag alleen in de vakken worden geparkeerd. Parkeren buiten de vakken is niet toegestaan. De gemeentelijke BOA en de politie kan hierop handhaven.

Verkeerd gebruik van wegen/trottoirs/fietspaden

Er rijden fietsers en/of brommers op de stoep/voetpad. Kan er gehandhaafd of een extra bord geplaatst worden?

Het kan voorkomen dat er regelmatig fietsers en brommers over voetpaden en/of stoepen rijden. Handhaving hierop is moeilijk omdat een fietser of brommer aangehouden moet worden op het moment dat over het trottoir of voetpad gereden wordt.

Het is verboden om op een stoep of voetpad te rijden met een fiets, bromfiets of auto. Dit is zo’n algemene verkeersregel dat wij verwachten dat dit bekend is bij alle verkeersdeelnemers. Overtreders doen dit doelbewust.

De gemeente plaatst geen sluishekken om (brom)fietsen op het trottoir tegen te gaan in verband met de bereikbaarheid voor minder validen.

Er rijden brommers en/of auto’s op het fietspad. Kan er gehandhaafd worden?

Het is verboden om op een fietspad te rijden met een bromfiets of auto. Met bebording is dat bij alle fietspaden op de juiste manier aangegeven.

Het kan voorkomen dat er toch regelmatig bromfietsers en soms ook auto’s over fietspaden rijden. Handhaving hierop is moeilijk omdat een bromfiets of auto ter plaatse staande moet worden gehouden op het moment dat over het fietspad gereden wordt.

Bromfietsen en automobilisten begaan doelbewust deze overtreding.

De gemeente plaatst echter geen paaltjes en sluishekken op (brom)fietspaden, aangezien deze hekken/paaltjes verkeersonveiligheid veroorzaken voor (brom)fietsers.

Er wordt tegen het verkeer in gereden in mijn straat. Wat nu?

Nadat eenrichtingsverkeer in een straat is ingesteld, komt het in het begin voor dat dit vaker genegeerd wordt. Meestal komt dit omdat men nog niet gewend is aan de nieuwe situatie. Daarnaast kan het altijd voorkomen dat iemand het eenrichtingsverkeer negeert. Dit kan zijn omdat iemand willens en wetens tegen de rijrichting inrijdt.

De politie en gemeentelijke handhaving kunnen optreden tegen het ongeoorloofd negeren van de verplichte rijrichting.

Maximumsnelheid

Kan er een drempel in mijn straat aangelegd worden?

Binnen onze gemeente kijken we bij grootschalig onderhoud van een straat zorgvuldig naar de bestaande wegindeling. Hierbij toetsen we of de inrichting nog voldoet aan de eisen. Daarnaast kijken we ook naar ongevallen, risicolocaties en gereden snelheden. Op basis daarvan besluiten we of maatregelen noodzakelijk zijn. Dit gebeurt alleen bij grootschalig onderhoud van een weg/straat.

Fysieke snelheidsremmers maken het fysiek onmogelijk om met een (te) hoge snelheid te passeren en zijn daarom uiterst effectief in het terugdringen van de snelheid, tenminste dichtbij de locatie van die snelheidsremmers.

Als gemeente zijn we terughoudend in het aanbrengen van snelheid remmende maatregelen (versmalling/drempels). Dergelijke maatregelen hebben ook nadelen zoals dat automobilisten over het algemeen proberen de "verloren" tijd in te halen. Daarnaast ondervinden hulpdiensten in sommige gevallen hinder van de snelheidsremmende maatregelen. Op een aantal routes moeten we ook rekening houden met het openbaar vervoer.

Kan er gehandhaafd worden op de maximaal toegestane snelheid?

Snelheidshandhaving is geen bevoegdheid van de gemeente maar van de politie. Snelheidscontroles op wegen binnen 30km-zones heeft geen prioriteit bij politie en Openbaar Ministerie. Om te bepalen of er ergens structureel te hard gereden wordt, wordt uitgegaan van het zo genoemde 85-percentiel. Het 85-percentiel is een snelheidswaarde die voortkomt uit snelheidsmetingen. 85% van de weggebruikers rijdt deze snelheid of langzamer.

Als het 85-percentiel iets boven de maximumsnelheid ligt, ligt deze waarde weliswaar boven de maximaal toegestane snelheid, maar is lager dan de correcties waar de politie rekening mee moet houden om de mogen handhaven.

Kan er een flitspaal geplaatst worden?

Alle flitspalen in Nederland zijn in eigendom van het Openbaar Ministerie (OM). Het OM heeft in de afgelopen jaren alle flitspaallocaties geëvalueerd. Daarbij was een van de doelstellingen van het OM om het aantal flitspalen terug te brengen. Daarom werd per locatie kritisch naar de noodzaak van de flitspaal gekeken. Gemeenten konden hier weinig invloed op uitoefenen. Na de evaluatie zijn er flitspalen verwijderd òf vervangen door een digitale flitspaal. Het OM is zeer terughoudend met het plaatsen van nieuwe flitspalen. Een flitspaal wordt dan ook niet zomaar neergezet. Dit wordt bepaald na een analyse van de verkeersveiligheid:

  • Hoeveel ongevallen zijn er geweest; wat voor soort, en wat was de oorzaak?
  • Hoe hoog is het percentage overtredingen: hoeveel mensen rijden er te hard?
  • Past de snelheid bij de weg?
  • Kan de inrichting van de weg veranderd worden zodat er minder hard wordt gereden?
  • Is duidelijk dat door een flitspaal het aantal ongelukken kan verminderen?

Blijkt na analyse (van het OM) dat het nodig is om een flitspaal te plaatsen, gebeurt dit in overleg met de politie en de gemeente.

Kan de gemeente van mijn straat éénrichtingsverkeer maken?

Regelmatig vragen bewoners om éénrichtingsverkeer in de straat omdat er te hard wordt gereden. Op een eenrichtingsweg gaan bestuurders juist harder rijden omdat er geen tegenliggers worden verwacht. Daarom voeren wij dit soort maatregelen niet uit om de snelheid te verlagen in een straat. Eénrichtingsverkeer is alleen aan te raden bij smallere straten die doorstromings- problemen of verkeersveiligheidsproblemen opleveren. Ook alleen als er goede alternatieven zijn om via een andere weg, de weg te vervolgen.

Verkeersspiegels

Kan ik een spiegel aanvragen voor een kruising in mijn straat?

Wij plaatsen liever geen spiegels. Een spiegel levert namelijk schijnveiligheid op. Je weet nooit zeker dat een bestuurder al het verkeer op de kruisende weg in de spiegel ziet. Ook kan een spiegel zorgen voor een vertekend beeld, waardoor de snelheid van het naderende verkeer niet goed kan worden ingeschat.

Elektrisch rijden

Mijn elektrische auto staat op een openbare parkeerplaats. Mag ik vanuit mijn woning en/of bedrijf met een privé laadkabel mijn voertuig opladen?

In Nijkerk is het niet toegestaan om een voertuig in de openbare ruimte op te laden vanuit een eigen woning of bedrijf. Dit wordt een verlengde private aansluiting (VPA) genoemd. Onder VPA’s vallen onder andere kabelgoottegels, charge arms en losse laadkabels.

Waarom staat de gemeente Nijkerk een verlengde private aansluiting (VPA) niet toe?

  • De openbare ruimte wordt minder toegankelijk voor personen met een beperking of voor ouderen.
  • De gemeente Nijkerk kan geen toezicht houden op de veiligheid van de aansluiting. Wij hebben een zorgplicht voor de veiligheid in de openbare ruimte.
    Het is lastiger om de openbare ruimte veilig, opgeruimd en schoon te houden.
  • Mogelijk wordt een parkeerplaats in de openbare ruimte geclaimd door bewoners die daar willen opladen. Dit kan zorgen voor een hoge(re) parkeerdruk.
    Private aansluitingen zijn voor een deel van de inwoners van gemeente Nijkerk niet mogelijk. Bijvoorbeeld voor inwoners die wonen in een flat of appartementengebouw. Voor deze inwoners is het belangrijk dat er een goed netwerk van openbare laadpalen is.

Meer informatie over waarom VPA’s verboden zijn, lees je in de Beleidsregels Verlengd Privaat Aansluitpunt (VPA).

Ik wil een laadpaal aanvragen. 

Het kan gebeuren dat er nog geen openbare laadpaal bij u in de buurt is. In dat geval kunt u een laadpaal aanvragen op de website www.laadpaalaanvragen-oost.nl/. Dat kost u niets. U betaalt alleen voor het opladen van uw elektrische auto. U moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen:

  • U bent (of komt binnenkort) in het bezit van een elektrische auto
  • U woont op de aanvraaglocatie of bent daar werkzaam
  • Er is geen mogelijkheid voor een laadpunt op uw eigen terrein
  • Er is nog geen openbare laadpaal binnen 250 meter loopafstand van de aanvraaglocatie of
  • De laadpaal is vaak bezet waardoor u niet kunt opladen.

Let op: de laadpaal die u aanvraagt, is bedoeld voor openbaar gebruik. De gemeente kiest daarom een geschikte locatie. Die is wel altijd binnen 250 meter loopafstand van uw aanvraaglocatie.